Regeling bezoldigingsmaxima topfunctionarissen zorg en jeugdhulp
Overgangsrecht (artikel 7.3 lid 5 WNT) bij lagere klasse door nieuwe omzetgrenzen
1. Welk overgangsrecht geldt er en wat houdt het in?
De Staatscourant geeft hierover expliciet duidelijkheid:
“Op deze regeling is het algemene overgangsrecht van de WNT van toepassing.
Dit geldt ook voor zorginstellingen die door de indexatie van de grenswaarden van het criterium ‘omzet’ in een lagere klasse terechtkomen.”
(Staatscourant 2025, toelichting Regeling zorg en jeugdhulp)
Overgangsrecht is van toepassing wanneer een instelling door ongewijzigde criteria in een lagere WNT-klasse terechtkomt (‘ingedeeld’ wordt). Dat is bij de nieuwe regeling het geval: alleen de grenswaarden worden geïndexeerd; het criterium ‘omzet’ zelf blijft gelijk.
2. Hoe werkt het overgangsrecht en wanneer gaat het in?
De kernregel uit artikel 7.3 lid 5:
“De gewijzigde indeling gaat in met ingang van 1 januari van het daaropvolgende kalenderjaar.”
“De gewijzigde indeling gaat in met ingang van 1 januari van het daaropvolgende kalenderjaar. Bestaande bezoldigingsafspraken boven het aan de klasse verbonden bezoldigingsmaximum, worden gedurende een termijn van maximaal vier jaar nadat de gewijzigde indeling (per 1 januari) ingaat, gerespecteerd. Daarna moet de bezoldiging in drie jaar worden teruggebracht tot het voor de topfunctionaris geldende bezoldigingsmaximum.
Een voorbeeld: Een WNT-instelling is voor de WNT in kalenderjaar 2024 ingedeeld in klasse V. De uitkomst van de klasse-indeling voor kalenderjaar 2025 is een klasse lager, klasse IV. De criteria waar de klassenindeling op is gebaseerd, zijn niet gewijzigd. Klasse IV gaat in met ingang van 1 januari 2026. Voor kalenderjaar 2025 is klasse V nog van toepassing. De voor kalenderjaar 2025 gemaakte (binnen klasse V passende) bezoldigingsafspraken worden door overgangsrecht gerespecteerd gedurende de kalenderjaren 2026 tot en met 2029 (vier jaar behoudfase) en aansluitend afgebouwd in de kalenderjaren 2030 tot en met 2032 (drie jaar afbouwfase). Vanaf kalenderjaar 2033 is geen overgangsrecht meer van toepassing op de bezoldigingsafspraken.
Indien de bezoldigingsafspraak al voor de inwerkingtreding van de gewijzigde indeling onder de toepassing van het overgangsrecht viel, geldt uitsluitend dat overgangsrecht. Het overgangsrecht kan met andere woorden niet gestapeld worden om daarmee in totaal op een langere overgangstermijn uit te komen.
Een voorbeeld, verder doorgaand in het bovenstaande voorbeeld: de betreffende WNT-instelling wordt voor de WNT in kalenderjaar 2028 opnieuw ingedeeld in een lagere klasse, namelijk klasse III. Het op de eerdere indeling in de lagere klasse IV gebaseerde overgangsrecht loopt ongewijzigd door. De behoudfase eindigt per 31 december 2029. De afbouwfase (2030-2032) ondervindt ook geen wijziging, maar de afbouw van de te hoge bezoldiging vindt nu plaats naar het op 1 januari 2033 geldende niveau van klasse III in plaats van klasse IV.”
3. Mag verhoging worden toegepast op de bezoldiging die onder het overgangsrecht valt?
Ja, als voor de inwerkingtreding van de wet (of indien van toepassing de ministeriële regeling of de wijziging van een klasse-indeling) op een eenduidige wijze is bepaald welke wijze van verhoging wordt gehanteerd en de verhoging niet leidt tot een overschrijding van het bezoldigingsmaximum van de oorspronkelijke bezoldigingsklasse. Dat kan doordat de verhoging en wijze waarop dat plaatsvindt in de arbeidsovereenkomst of aanstelling zelf is opgenomen dan wel doordat daarin wordt verwezen naar de collectieve arbeidsovereenkomst waarin de verhoging en de wijze waarop deze plaatsvindt, wordt bepaald.
Bron: Beleidsregels WNT 2025, artikel 11: overgangsrecht bij verhoging
4. Mag de bezoldiging in de periode van afbouw nog worden geïndexeerd of verhoogd?
Nee. Verhogingen van de bezoldiging, bijvoorbeeld als gevolg van voor de inwerking van de wet gemaakte afspraken over indexering, zijn alleen toegestaan in de periode dat bestaande bezoldigingsafspraken worden gerespecteerd. In de afbouwperiode mogen deze verhogingen niet meer worden doorgevoerd.
Bron: Mag de bezoldiging in de periode van afbouw nog worden geïndexeerd of verhoogd? | Topinkomens
5. Hoe werkt het overgangsrecht bij herbenoemingen?
Bij herbenoeming vervalt het overgangsrecht, tenzij sprake is van een arbeidsovereenkomst of aanstelling met een onbepaalde looptijd dan wel een looptijd tot na de herbenoeming. De bezoldiging en de ontslaguitkering mogen niet worden verhoogd. In dat geval blijft het overgangsrecht van toepassing. Als de arbeidsovereenkomst of aanstelling wordt verlengd of een nieuwe arbeidsovereenkomst of aanstelling wordt aangegaan, vervalt het overgangsrecht. Ook als daarin de eerdere afspraken over de bezoldiging of de ontslaguitkering ongewijzigd blijven.
Bron: Hoe werkt het overgangsrecht bij herbenoemingen? | Topinkomens en Beleidsregels WNT 2025, artikel 12: Overgangsrecht bij herbenoeming en interne promotie
