Interview met Karen Kruijthof (Amsterdam UMC)

Praktische tools voor vitaliteit: hoe zorgbestuurders goed voor zichzelf kunnen zorgen volgens Karen Kruijthof

Karen Kruijthof 2025

Wat is jouw kijk op vitaliteit als zorgbestuurder?
Elk mens is in haar werk haar eigen instrument. Je fysieke lichaam, creativiteit en brein zijn je belangrijkste hulpmiddelen en die moet je goed onderhouden. In sommige functies kun je meer op de automatische piloot werken, maar dat geldt zelden voor de zorg. Daar is het essentieel dat iedereen goed voor zichzelf zorgt om het werk goed te kunnen doen. Bestuurders hebben daarin een voorbeeldfunctie. Wij moeten laten zien dat we goed voor onszelf zorgen en anderen stimuleren hetzelfde te doen. Het altijd 'aan-staan' is in de zorg belangrijk en dat geldt ook voor bestuurders. We dragen zorg voor de organisatie, maar dat kan alleen als we ook goed voor onszelf zorgen.

Wat zijn voor jou beproefde methodes om aan je vitaliteit te werken?
Allereerst is het belangrijk je eigen energiehuishouding te begrijpen: wat kost energie en wat geeft energie? En kun je dat beïnvloeden? Zelfreflectie is hierin essentieel. Voor mij zijn intervisie en coaching waardevolle hulpmiddelen. Dat doe ik al zolang ik bestuurder ben. Daarnaast voer ik eerlijke gesprekken over mijn vitaliteit met familie, vrienden en collega’s. Dit thema mag wat mij betreft overal besproken worden, ook aan de eettafel.

Ik heb het geluk in een zorgzaam team te hebben waarin we dit onderwerp regelmatig bespreken. Als vitaliteit niet vanzelf op de agenda staat, moet je actief manieren vinden om het bespreekbaar te maken en je eigen onderhoud in de gaten te houden. Toen ik meedeed aan de pilot van het vitaliteitsonderzoek van de NVZD noemde ik dat een ‘onderhoudsbeurt’. Dat moet je periodiek blijven doen.

Een belangrijke methode voor mij is tijd nemen om aantekeningen te maken en eerdere inzichten vanuit coaching of gesprekken terug te lezen. Eens in de paar jaar plan ik een weekend alleen in een hotel, zodat ik de ruimte heb om alles op een rijtje te zetten.

Daarnaast werk ik graag met de “vier L’en”: Live, Love, Learn en Leave a Legacy (vrij naar Stephen Covey).

  • Live gaat over de basis: ben je fysiek in orde, slaap je goed, ben je gezond?
  • Learn richt zich op persoonlijke ontwikkeling: werk je voldoende in én buiten je comfortzone?
  • Love draait om relaties: hoe gaat het thuis, met familie; hoe is de balans tussen werk en privé; hoe loopt het met de samenwerking op het werk?
  • Leave a Legacy vraagt waarom je doet wat je doet: wat is je hogere doel en komt jouw bijdrage dan voldoende tot zijn recht?

Op welke manier ben jij een voorbeeld voor de rest van de organisatie op het gebied van vitaliteit?
Zowel in gedrag als in gesprekken probeer ik dit thema bewust onder de aandacht te brengen. Bij de mensen aan wie ik leidinggeef stel ik vragen over vitaliteit, zowel tussen de bedrijven door als tijdens jaargesprekken. Het is altijd een onderwerp van gesprek.

Ik probeer daar eerlijk in te zijn, ook als ik zelf niet het goede voorbeeld geef. Als ik bijvoorbeeld mijn lunch staand in de pantry eet, benoem ik bewust dat dit niet de beste keuze is. We zijn niet perfect, maar door hier open over te zijn, wil ik het gesprek gaande houden en laten zien dat ik me er bewust van ben. Het draait niet om perfectie, maar om bewustwording.

Mijn belangrijkste motivatie om op mijn eigen vitaliteit te letten, is grip houden op mijn inzetbaarheid. Misschien klinkt dat wat controlerend naar mezelf toe, maar ik vind het belangrijk om te monitoren hoe het met me gaat en of ik dit werk kan blijven doen. Dat is mijn doel.

Zorgbestuurders – net als veel zorgverleners – hebben soms de neiging zichzelf buiten de werkelijkheid te plaatsen. Alsof wij niet ziek kunnen worden en alles aankunnen. Dit stoere gedrag is herkenbaar, maar het is belangrijk om eerlijk te zijn over je eigen grenzen en vitaliteit.

Karen Kruijthof is sinds 2019 lid van de raad van bestuur van het Amsterdam UMC. Ze deed in 2023 mee aan de pilot van het Vitaliteitsonderzoek van de NVZD en vertelde hierover op de jubileumbijeenkomst in september 2024.